Wanneer oordelen? deel 3
Wie oordelen? Deel 3: Oordeel hen die binnen zijn
Lees 1 Korinthe 5
Als Paulus bij de Korinthiërs een vorm van hoererij aantreft dan is hij zeer scherp en zelfs verontwaardigd dat de broeders dit hebben toegestaan binnen de gemeenschap.
Hij stelt dan heel duidelijk:
'Het is toch niet aan mij om hen die buiten zijn te oordelen? Oordeelt u immers niet alleen hen die binnen zijn? Maar hen die buiten zijn, oordeelt God. En doe de kwaaddoener uit uw midden weg.' 1 Kor.5:12-13
De bovenstaande tekst maakt de vraag van het thema 'Wie oordelen' al een stuk duidelijker:
Wij oordelen uitsluitend de gemeente. Hierbij ga ik er ook nog vanuit dat Paulus zijn brief gericht heeft aan de oudsten van de gemeente, zodat daar de verantwoordelijkheid ligt.
Hoe ging Jezus om met 'hen die buiten zijn'? We horen Hem nooit afgeven op het politiek gezag van die tijd. Hij zegt eenmaal, als het om belasting gaat: "geef aan de keizer wat van de keizer is".
Jezus spreekt vooral over beoordelen in de zin van het onderscheiden van geesten. Is iemand gelovig of is hij ongelovig? Als het gaat om oordeel, lijkt Hij zich te focussen op de gelovigen.
Joh.3: 18 geeft hier een verklaring voor: 'wie niet gelooft, is reeds veroordeeld, omdat hij niet heeft geloofd in de naam van de eniggeboren Zoon van God.'
Wij worden dus geacht gelovigen te oordelen. Hoe zit het dan met de tekst: 'Oordeel niet, opdat u niet geoordeeld wordt' Mattheüs 7:1 HSV
Deze tekst zegt iets over hoogmoedig zijn, onszelf beter achten dan onze broeders en zusters in de Heer. Het gaat over de balk in eigen oog eerst verwijderen, voordat we de splinter uit iemands oog halen.
Broeders en zusters in de Heer moeten wij vermanen als wij hen zien zondigen of dwalen. Het woord vermanen, Grieks: parakleet, heeft ook de betekenis van vertroosten en bemoedigen. Dit geeft de liefdevolle context aan waarin God dit bedoeld.
Dit geeft aan dat wij voorzichtig moeten zijn als het gaat om beoordelen of oordelen van elkaar, tegelijkertijd ligt hier wel een verantwoordelijkheid.
In het nieuwe testament zien we Jezus oordelen over gedrag van Zijn discipelen, Farizeeën en Schriftgeleerden. Dit doet hij altijd persoonlijk, anders komen we al gauw op het vlak van kwaadspreken.
Toch zijn er situaties waarin wij geacht worden te oordelen. We kunnen niet zomaar alles toestaan in onze gemeenschappen. Als wij kennis hebben van een bewuste zonde dienen wij overeenkomstig Mattheüs 18: 15-17 te handelen: 'Maar als uw broeder tegen u gezondigd heeft, ga naar hem toe en wijs hem terecht tussen u en hem alleen; als hij naar u luistert, hebt u uw broeder gewonnen. Maar als hij niet naar u luistert, neem er dan nog een of twee met u mee, opdat in de mond van twee of drie getuigen elk woord vaststaat. Als hij niet naar hen luistert, zeg het dan tegen de gemeente. En als hij ook niet naar de gemeente luistert, laat hij dan voor u als de heiden en de tollenaar zijn.'
Nog een schijnbare tegenspraak op het gebied van oordeel. In het vorige hoofdstuk van 1 Korinthe lezen we: 'Oordeel daarom niets vóór de tijd, totdat de Heere komt.' 1 Kor.4:5 Hier gaat het specifiek over beheerders, apostelen, van Gods Woord. Paulus zegt zelfs dat hij zichzelf niet oordeelt. Hij laat dit oordeel helemaal aan de Heer:
'Want al ben ik mij van geen kwaad bewust, de enige die mij kan beoordelen, is de Here. Sta dus niet met uw oordeel klaar. Laat dat rusten tot de Here komt. Hij zal alles wat zich in de duisternis afspeelt, aan het licht brengen, en Hij zal laten zien wat er in ieders hart omgaat. Dan zal Hij iedereen de eer geven die hem toekomt.' 1kor.4: 4-5 HTB
Mogen we dan niets beoordelen/oordelen van personen die een verkeerde leer brengen?
Zeker wel! Echter we moeten ons afvragen:
1. Betreft het een ongelovige?
In dit geval zijn het personen die 'buiten zijn'. Zonder de Heilige Geest. In dat geval moeten wij hen overleveren in gebed aan God. Hij zal oordelen. 1 Kor.5:13 Zijn het de wolven in schaapskleren, dan kan het belangrijk zijn dat de gemeenschap hiervoor gewaarschuwd wordt.
2. Betreft het een gelovige? In dit geval de regels uit Matteüs 18: 15-17 toepassen. Vraag je af: 'Ben ik degene die de autoriteit heeft om te oordelen?' Hierbij is het zaak dat er oudsten of andere personen/getuigen bij worden gehaald die autoriteit hebben over de betrokkene
Een laatste waarschuwing ten aanzien van oordeel: wees voorzichtig dat je niet overal wat van gaat vinden. Focus op DE gezamenlijke hoofdzaak. Als broeders en zuster ook echt broers en zussen zijn, dan zal je vanuit dezelfde Geest altijd tot eenheid komen. Misschien zelfs zonder het eens te worden!
We leven in een tijd van heiligmaking, we zijn apart gezet voor onze Heer. Wij worden geacht ons te kleden in smetteloos fijn linnen.
Hebreeën 12:14: "Jaagt naar vrede met allen en naar de heiliging, zonder welke niemand de Here zal zien". Jezelf niet heiligen kan dus zelfs je behoudenis in de weg staan.
Gebed:
Heer Jezus, dank U dat U op de laatste dag het oordeel zal vellen en dank U dat het oordeel zal beginnen bij ons, Uw kerk.
Heer, wilt U ons wijsheid geven als het gaat om oordeel, of beter gezegd, het beoordelen van situaties waarin U ons heeft aangesteld.
Heer, geef ons ook wijsheid voor alle dwalingen. Laat ons omgaan met betrokken personen, zoal U dat wil. Laat ons vooral niet verbitterd raken over zaken waar we niet bij machte zijn iets te veranderen. Wij willen U vooral danken, dat U bij machte bent dingen te veranderen. Leer ons bidden in deze situaties naar Uw wil en vooral NIET tegen Uw wil.
Heer leer ons vooral in alle omstandigheden dankbaar te zijn vanuit het geloof dat U alles in de hand hebt.
Heer wij danken en bidden U voor het huwelijk van Sander Joan. Wij bidden Uw zegen uit over de bruiloft op 8 september en hun huwelijk.
Heer wij danken en bidden voor een Wakkerekerk dag op 9 september die een steentje mag bijdragen tot eenheid in Uw kerk in Nederland
Heer wij danken en bidden voor 24-7 gebed en voor de Ready and Steady van 16 september met Esther Noordermeer. Maak de kracht van het gebed over ons land zichtbaar Heer.