Het dal der lofprijzing

24-02-2023

Lees 2 Kronieken 20

Koning Josafat maakte deel uit van een minderheid, Juda, terwijl Achab op de troon zat in Israël. Een Koning waarvan wordt gezegd: 'dat hij de Here, de God van Israël, meer krenkte dan alle koningen van Israël die vóór hem geweest waren.' 1 Kon.18: 33

Alle volken van rondom trekken ten strijde tegen hem.
Van Josafat kunnen we leren hoe hij omging met tegenstand.
Zijn eerste reactie is een vasten uitroepen en God zoeken met heel het volk. Als het volk gezamenlijk in de tempel God aanroept spreekt de Heer door een man genaamd Jahaziel: 'Zo zegt de HEERE tegen u: Weest u niet bevreesd en wees niet ontsteld vanwege deze grote troepenmacht, want niet aan u is de strijd, maar aan God.' 2Kr.20:15
Bijzonder is de wijze waarop de vijand wordt verslagen: 'Juist op de tijd dat zij met gejuich en lofzang begonnen, legde de HEERE hinderlagen tegen de Ammonieten, Moab en de bewoners van het Seïrgebergte die op Juda waren afgekomen, en zij werden verslagen.' 2 Kron.20:22

Wat betekent dit nu voor ons? Niets is meer als wat het lijkt.
Ik moest denken aan Romeinen 8 vers 36 en 37 : 'wij worden beschouwd als slachtschapen. Maar in dit alles zijn wij meer dan overwinnaars door Hem Die ons heeft liefgehad.'
Dit gaat over verdrukking en in die verdrukking zou het zomaar kunnen zijn dat de wereld ons beschouwt als slachtschapen, net als de vijand waarvan geschreven staat: 'Uw tegenpartij, de duivel, gaat rond als een brullende leeuw, zoekende wie hij zal verslinden.' 1 Petr.5: 8

In de komende jaren zullen wij steeds vaker als slachtschapen worden weggezet. Door een grote afvalligheid zullen wij een minderheidsgroepering worden. Velen zullen zich zonder slag of stoot ter slachting laten wegleiden.
Het woordje 'als' is alleszeggend en zegt ons dat wij geen slachtschapen zijn en de duivel zich voordoet als iets wat hij in werkelijkheid niet is.
Hij zou de leeuw van Juda wel willen zijn, de leeuw die Juda en Koning Josafat ter zijde stond en de leeuw van Juda die voor ons vecht

Slachtschapen en overwinnaars. Zij zijn elkaars opponenten en lijken toch zo dicht bij elkaar te liggen. Zo is het ook fysiek. Het dal van Josafat,het Kidrondal, ligt dichtbij het dal der lofprijzing. Josafat betekent: JHWH oordeelt. Dit dal zal het toneel zijn van oordeel. Joel 3:12: 'De heidenen zullen zich opmaken, en optrekken naar het dal van Josafat; maar aldaar zal Ik zitten, om te richten alle heidenen van rondom.'
Een aftakking van het dal van Josafat is het dal van Hinnom: God noemt bij monde van Jeremia het dal: 'het dal met de dode lichamen en de as' Jer. 31:40. Daar werd afval uit de stad verbrand. Het woord "Gehenna" betekent "dal van Hinnom" en werd de benaming van de hel als een plaats van dood, vuur en verderf.

Het dal van lofprijzing ligt iets zuidelijker ten hoogte van Engedi. Een prachtige plaats waar Josafat de overwinning vierde: 'Op de vierde dag kwamen zij bijeen in Emek-Beracha. Omdat zij daar de HEERE loofden, gaven zij deze plaats de naam Emek-Beracha.' 2Kr.20:26

Wat is dat toch met lofprijs? Wat gebeurt er in de Hemelse Gewesten als wij de Here gaan loven en prijzen: Zij kwamen in Jeruzalem aan met luiten, met harpen en met trompetten, en gingen naar het huis van de HEERE. Grote vrees voor God kwam over alle koninkrijken van de landen, toen zij hoorden dat de HEERE tegen de vijanden van Israël gestreden had, en het koninkrijk van Josafat had rust, want zijn God gaf hem rust van rondom. 2kr.20:28-30

De primaire reden waarom wij een tong hebben gekregen is om God te prijzen: 'Daarom is mijn hart verblijd en mijn tong verheugt zich; ja, ook zal mijn vlees rusten in hoop, want U zult mijn ziel in het graf niet verlaten en Uw Heilige niet overgeven om ontbinding te zien. U hebt mij de wegen ten leven bekendgemaakt. U zult mij vervullen met vreugde door Uw aangezicht. Hand.2:26-28


Lofprijzing
Psalm 149:

'Halleluja!

Zing voor de HEERE een nieuw lied,

Zijn lof zij in de gemeente van Zijn gunstelingen.

Laat Israël zich verblijden in zijn Maker,

laten de kinderen van Sion zich verheugen over hun Koning.

Laten zij Zijn Naam loven in reidans,

voor Hem psalmen zingen met tamboerijn en harp.

Want de HEERE is Zijn volk goedgezind,

Hij zal de zachtmoedigen aanzien geven met heil.

Laten Zijn gunstelingen om die eer opspringen van vreugde,

laten zij vrolijk zingen op hun slaapplaatsen.

Gods lofzangen klinken uit hun mond,

een tweesnijdend zwaard is in hun hand,

om wraak te oefenen over de heidenvolken,

bestraffingen over de natiën,

om hun koningen te binden met ketenen

en hun aanzienlijken met ijzeren boeien,

om het beschreven recht aan hen te voltrekken.

Dát zal de glorie van al Zijn gunstelingen zijn.

Halleluja!'

Maak een gratis website.