Genees mij Heere, dan zal ik genezen zijn
Lezen: Jeremia 17:14-27
'Genees mij, HEERE, dan zal ik genezen worden, red mij, dan zal ik gered zijn, want U bent mijn loflied.' Jeremia 17:14
Afgelopen weken hebben we gesproken over gebroken en verbroken harten.
We hebben geconstateerd dat het gebroken hart iets is waarvan delen gevangen kunnen zitten.
Een toestand die zich vaak uit in overlevingsmechanismen, met soms onvolwassen en kinderlijk gedrag.
We hebben geleerd dat God met een verbroken hart iets kan. Zoals bijvoorbeeld met het hart van David toen hij met zijn 'verslagen' hart naar God toe ging. (Psalm 51).
In Davids geval door diep berouw vanuit groot zondebesef.
Helaas is het regelmatig het geval dat gebrokenheid voortkomt uit dingen die ons zijn aangedaan. Hierdoor kan een Godsbeeld zijn ontwikkeld waardoor overlevingsmechanismen soms als heel comfortabele jasjes zijn.
De Bijbeltekst van vandaag is een vervolg op vorige week dinsdag en woensdag. Toen ging het over 'Ons Hart' en 'Gods hart van vuur.'
De kern vonden we toen in vers 5 en 7. Kort samengevat: 'Niet op een mens vertrouwen, maar op de Heer vertrouwen.'
Een ander woord voor vertrouwen is geloof. Geloof is ook een gave. Een gave moet je willen ontvangen. 'Geloven als een kind' zeggen we soms.Maar wat nu als dat kind in die prille periode van zijn of haar leven traumatische dingen heeft meegemaakt? Een kind dat een overlevingsmechanisme heeft ontwikkeld waardoor het geen liefde meer kan ontvangen.
Een kind dat zegt: 'Waar is het woord van de HEERE? Laat het toch komen!' Jeremia 17:15
Dit kind mag het uitschreeuwen naar de Heer: 'Laten mijn vervolgers beschaamd worden, maar laat mij níet beschaamd worden, laten zij bevreesd worden, maar laat mij níet bevreesd worden. Doe de dag van het kwaad over hén komen en verbreek hen met een dubbele breuk.' Jeremia 17:18
De HEERE antwoordt en zegt: 'Waak over jullie zielen en draag geen last op de sabbatdag en breng die niet binnen door de poorten van Jeruzalem!' Jeremia 17:21
Een opdracht van de Heer persoonlijk.
Destijds een belofte aan een volk.
Vandaag een belofte aan een ieder die met een last loopt die hij of zij niet kan dragen.
De Heer geeft een opdracht die leidt tot de belofte uit deze overdenking: Genees mij, HEERE, dan zal ik genezen worden.
Hij wil ons genezen van de last. Dit wil Hij doen opdat wij Zijn sabbatsrust binnen kunnen gaan. De poorten van het Jeruzalem wat hier genoemd wordt, kunnen we vergelijken met de poorten van het hemelse Jeruzalem. Dat zal de woonplaats zijn van iedereen die Jezus volgt en die tot Zijn rust is binnengegaan.
Het is Zijn rust waar Hebreeën 4:10 over spreekt: 'Want wie Zijn rust is binnengaan, is ook tot rust gekomen van zijn werken, zoals GOD van de Zijne.'
Jij wordt nu uitgenodigd om die stad binnen te gaan door zijn poorten en voor eeuwig te bewonen. (vers 25)
Wat ervoor nodig is, is luisteren naar Zijn woord, het toepassen door levensheiliging en je lasten afleggen.
Het is het moment dat je de Heer mag aanschouwen van aangezicht tot aangezicht. Dat je Hem zal kennen zoals jij zelf gekend bent.Het moment is gekomen dat jij de periode van beschadiging uit je jeugd mag achterlaten en dat je met de woorden van Paulus mag spreken:
'Toen ik een kind was, sprak ik als een kind, dacht ik als een kind, redeneerde ik als een kind, maar toen ik een man/vrouw werd, liet ik het kinderlijke achter mij.' 1 Korintiërs 13:11
DANKEN EN BIDDEN:
* Dank U Heer, dat zelfs wanneer wij alle vertrouwen in mensen zijn kwijtgeraakt, U in staat bent om ons vertrouwd te maken met U.
* Doe in ons het geloof ontwaken dat U vanaf het prilste begin als een gave in ons heeft gelegd.
* Op ons roepen zult U antwoorden en onze gebeden verhoren.
* Zelfs als wij niet meer kunnen bidden, bent U in staat een gebed naar boven te brengen vanuit de diepte van ons gebroken hart.
Indien van toepassing bid onderstaand gebed voor jezelf uit:
* Maak mijn hart weer heel O Heer, genees het en heel het, breng het in de 'verbroken en verslagen toestand' waarin Davids hart U aangenaam was (zie Ps.51:19).
* Heer breng mij terug naar de dagen van mijn jeugd. Heer laat zien waar ik gebroken ben en wie ik moet vergeven, wat ik moet afleggen en wat ik moet belijden.
* Heer ik wil het kinderlijke achter mij laten, help mij om tot mijn bestemming te komen.