De 2 olijfbomen en de kandelaar
HET OPENBAAR WORDEN VAN DE ZONEN VAN GOD - deel 5
DE TWEE OLIJFBOMEN EN DE KANDELAAR
Lees Zacharia 4
We zijn met elkaar al vijf weken op zoek naar het antwoord op de vraag: 'Wie zijn de zonen van God, waar de schepping reikhalzend naar uitziet?' Rom.8:19
In de afgelopen vijf weken zagen wij sterke overeenkomsten tussen de 144.000, de twee getuigen en de weerhouder.
We hebben ook geleerd dat Gods huis een periode van oordeel meemaakt, sterker nog, zij wordt getoetst aan het vuur (1Kor.3:9) en het Woord spreekt zelfs over het feit dat het oordeel begint bij Gods huis. (1 Petr.4:17)
Beproeving staat ons dus te wachten, maar we worden wel bewáárd in het uur der verzoeking, in het uur van Gods gramschap, Zijn toorn, de zeven offerschalen: 'Omdat je het Woord van mijn volharding bewaard hebt, zal Ik ook jou bewaren in de verzoeking die over heel de bewoonde wereld zal komen om hen die op de aarde wonen te verzoeken.' Op.3:10
Daarom mochten we ook ontdekken dat de beproeving van deze aarde, het blazen van zes bazuinen, misschien niet zo zwaar hoeft te zijn, mits wij volharden in aanbidding van de ware God, mits wij ons (geestelijk) bevinden in de voorhof voor de heiligen. (Op.11:1)
In de lijn van de zonen van God (Rom.8) en de eerstelingen en mogelijk ook de twee getuigen, kwamen we uit bij de 144.000, waarvan het Woord zegt: 'Zij zijn het die niet met vrouwen bevlekt zijn, want zij zijn maagden. Dezen zijn het die het Lam volgen waar Het ook naartoe gaat. Dezen zijn gekocht uit de mensen, als eerstelingen voor God en het Lam. En in hun mond is geen leugen gevonden, want zij zijn smetteloos voor de troon van God.' Op.14:4-5
Vandaag willen we het, in de lijn van de twee getuigen, hebben over de twee olijfbomen en de twee kandelaren. Op.11:4
Misschien krijgt Zacharia, na zijn visioen van twee olijfbomen en een gouden kandelaar, wel het duidelijkste antwoord op de vraag: 'Wie zijn die twee olijfbomen aan de rechterkant van de kandelaar en aan de linkerkant ervan?' De engel zegt namelijk tegen Zacharia:
'Toen zei Hij: Dat zijn de twee met olijfolie gezalfde zonen (letterlijk: 'zonen van olie') die voor de Heer van heel de aarde staan.' Zacharia 4:11,14
Deze twee olijfbomen laten gouden olie stromen naar een kandelaar.
In Openbaring 1,2 en 3 is de kandelaar een beeld van de gemeenten. In Openbaring 2 en 3 zijn twee zuivere gemeenten zichtbaar, Smyrna en Philadelphia. Zijn dit de twee kandelaren waar Openbaring 11:4 en Zacharia 4:14 over spreekt?
De kandelaar geeft licht als die gevuld wordt met zuivere olie. De zuivere gouden olie van het Woord en de Geest (Wet en Profeten), waar het licht van het Leven uit voortkomt.
De kandelaar is dan als het ware Gods Huis, Zijn Gemeente. Niet voor niets staat er in Zach.4:9: 'De handen van Zerubbabel hebben dit Huis gegrondvest, zijn handen zullen het ook voltooien, opdat je zult weten dat de HEERE van de legermachten Mij tot jullie gezonden heeft.'
Het lijkt een visioen van een heel nieuw Huis dat gebouwd gaat worden, een Huis waar God Zijn kracht aan verleent door gouden olie.
Zerubbabel betekent 'nakomeling uit Babel'.
Het was een klein overblijfsel wat Gods huis opnieuw mocht bouwen, tegen wie God zegt: 'Niet door kracht, niet door geweld, maar door mijn Geest!' Zach.4:6
Een Huis gebouwd met een overblijfsel zoals we lezen in Romeinen 11:4: 'Ik heb voor Mijzelf nog zevenduizend mannen overgelaten, die de knie voor het beeld van Baäl niet gebogen hebben.'
Deze tekst spreekt over de tijd van Elia. Zouden het nu de 144.000 zijn die het Woord van God hebben en het getuigenis van Jezus Christus? 'Want het getuigenis van Jezus is de Geest van de profetie.' Op.19:10b
Zijn ook wij niet, net als Zerubbabel, 'nakomelingen uit Babel' tegen wie God zegt: 'Ga uit haar weg, Mijn volk, opdat u geen deel hebt aan haar zonden, en opdat u niet van haar plagen zult ontvangen'? Op.18:4
Ook wij hebben de gouden olie nodig vanuit deze olijfbomen om licht te kunnen blijven geven.
Een overblijfsel dat zich 'zonen van God' mag noemen, niet door lichamelijke afstamming, maar vanuit de belofte van God: 'Dat betekent dus niet dat de zonen volgens de lichamelijke afstamming de zonen van GOD zijn, maar dat de zonen van de belofte als het zaad worden beschouwd.' Rom.9:8
Zijn dit de zonen van God waar de schepping reikhalzend naar uitziet? Rom.8:19
DANKEN EN BIDDEN:
* Heer, openbaar aan ons WIE deze twee olijfbomen zijn en wie deze kandelaar is.
* Wij danken U voor het ontvangen van veel openbaring in deze tijd.
* Wij danken U dat U ons een periode geeft waarin wij opnieuw mogen uitlijnen met Uw Woord, een periode waarin deze wereld staat vlak voor een geboorte.
* Een geboorte waarvan U zegt: 'Wanneer deze dingen beginnen te gebeuren, houd moed en hef jullie hoofden omhoog, want jullie verlossing is nabij.' Lukas 21:28
* Heer leer ons meer en meer om als een dienaar te zijn.
* Heer leer ons Uw stem/Uw Woord ten volle te verstaan, opdat wij dag aan dag mogen wandelen met U.